De Kerkuilwerkgroep Texel (www.kerkuiltexel.nl/) is een zelfstandige werkgroep die tegenwoordig om practische redenen los staat van de Vogelwerkgroep. Uiteraard zijn ook onze leden actief in de Kerkuilgroep. Sinds eind jaren tachtig hingen leden van VWG Texel kerkuilkasten op. Elk jaar, vooral ’s winters, verbleven er wel Kerkuilen op Texel, maar de eerste vestiging van een broedpaar was pas in 2009. Het maken en plaatsen van de kasten, de controles en het onderhoud is is daarna uitgevoerd door de Kerkuilgroep
Eind jaren zestig waren in Nederland nog slechts honderd broedparen Kerkuil. Vogelbescherming Nederland besloot eigenaren en beheerders van gebouwen waarin Kerkuilen broedden een premie van f. 25,- te geven. Vogelbeschermers hingen in boerderijen en andere geschikte gebouwen speciale nestkasten voor Kerkuilen op. In 1986 stelde Vogelbescherming een landelijk coördinator aan voor dit beschermingswerk. Er kwam een netwerk van zeventien regionale groepen voor de bescherming van de Kerkuil. Door hun inzet groeide het aantal broedparen verder. Het Soortbeschermingsplan Kerkuil van het Ministerie van LNV (tegenwoordig Ministerie EZ), dat eind vorige eeuw uitgevoerd werd door de Vogelbescherming, stimuleerde het werk verder.
De terugkeer van de Kerkuil op Texel – de laatste keer dat de soort op Texel broedde was in 1963 – danken we waarschijnlijk aan de vestiging van de Huisspitsmuis op het eiland en de explosieve groei van deze prooisoort. Inmiddels hangen er op Texel meer dan 50 broedkisten, die regelmatig worden gecontroleerd. De jonge vogels worden zo veel mogelijk geringd.
De stand van de Kerkuil in Nederland schommelt sterk onder invloed van het weer en de muizenstand. In 2007 werd het recordaantal van 3153 broedparen vastgesteld, maar in 2009 broedden er slechts 1737 paren. De laatste jaren groeit het aantal broedparen op Texel gestaag met ten minste 24 paar in 2016.